Vakantietips buitenland

 

Er zijn diverse mogelijkheden voor een motorvakantie. Voor lange afstanden kun je de motorfiets laten vervoeren tot op de plek van bestemming. Dit is mogelijk met trein, ferry of een firma, gespecialiseerd in motortransport. Daarmee overbrug je de soms lange en vaak vervelende aanlooproute. Ook is het mogelijk je motor op een (gehuurde) aanhangwagen mee te nemen. Velen fietsen echter zelf naar de plek van bestemming. Voor velen begint de vakantie vanaf het moment dat ze vertrekken en is dit een wezenlijk onderdeel van hun vakantie. Je kunt zelf een route samenstellen met behulp van een wegenkaart (Michelin) of GPS. Neem je een GPS mee, zorg er dan ook voor dat je een normale wegenkaart bij je hebt voor het geval je GPS het onderweg begeeft.

Een inspectiebeurt van je motor is een eerste vereiste voordat je vertrekt. Daarbij denken we toch wel het eerst aan onze banden. Denk eraan dat het profiel van je band goed genoeg is om je naar je vakantiebestemming heen, maar ook weer terug te brengen. Door het ruwe asfalt vooral in Scandinavische landen kunnen je banden behoorlijk slijten. Bovendien is het op je vakantiebestemming vaak veel moeilijker aan banden te komen, en als ze al geleverd kunnen worden zijn ze vaak een stuk duurder dan in eigen land.
Een versleten, hoekige band heeft een nadelige invloed op je stuurgedrag, dat merk je vooral in bochten. Aangezien je in de bergen bijna uitsluitend bochten rijdt, is het zaak dat je goede banden onder je hebt. Het water wordt slechter afgevoerd waardoor het slipgevaar groter is en bij hevig remmen zullen je wielen eerder blokkeren. Bovendien is een versleten band eerder lek en is je motor zwaarder beladen, dan zul je hier nog meer nadelige invloed van ondervinden. Een te lage bandenspanning is ook gevaarlijk doordat je stuureigenschappen beïnvloed worden (zeer gevaarlijk weggedrag) en het kost je ook nog eens extra benzine.

Het beladen van je motor doe je als volgt: verdeel je bagage goed over je motor. Niet alles in je koffers of op je bagagedrager, maar ook een tanktas gebruiken. Zo wordt het stuurgedrag van je motor zo min mogelijk beïnvloed. Als je je motor pakt, zorg dan dat de zwaarste dingen zoveel mogelijk in het midden van je motor zitten en niet te veel gewicht aan de achterkant. Bepak zadeltassen om en om, zodat het gewicht gelijkmatig verdeeld wordt, en de zware stukken in de tanktas. Wat je het eerst nodig hebt, pak je bovenop. Verpak de bagage in waterdichte koffers, tassen of plunjezakken. Bagagerollen en zijtassen, uiteraard waterdicht, zijn ideaal voor als je gaat kamperen. Deze zijn lichter dan koffers, gaan niet kapot bij een val en als je ze niet nodig hebt stop je ze eenvoudig in je tanktas. Draag absoluut geen rugtas op je motor, en al helemaal niet met harde materialen erin. Bij een harde val kun je daardoor je rug (nek) breken. Zoals we al eerder in een artikel uitgelegd hebben, een zwaardere motor heeft geen invloed op je remafstand.

  • Neem materiaal mee voor eventuele kleine herstellingen of onderhoud.
  • Om de vijfhonderd kilometer is het aan te raden je ketting te smeren, neem dus voldoende kettingvet mee, dat gaat hard!
  • Ook een in goede staat verkerende motor zal met lange afstanden best wat olie verbruiken.
  • Er zijn spuitbussen met vulmiddel verkrijgbaar die een lek in je band dichten en hem meteen weer iets op spanning brengen.
  • Tape en tie-raps zijn handig voor een losgekomen onderdeel.
     

    Documenten
    In principe is het verplicht om de originele boorddocumenten van de motorfiets bij je te hebben. Identiteitskaart en rijbewijs altijd meenemen. In sommige niet-Europese landen heb je een reispaspoort en/of een visum nodig. Buiten Europa is het in sommige landen ook noodzakelijk dat je je motorfiets inklaart, inschrijft en van een plaatselijke verzekering en nummerplaat voorziet. Meer informatie vind je op de ambassade of het consulaat van het betrefende land en op de volgende website: http://www.minbuza.nl/

    Onderkleding
    Naast goede beschermkleding is je onderkleding op vakantie erg belangrijk. Goede onderkleding betekent de duurdere sport- en outdooronderkleding (skiën, zeilen). Ook BMW heeft heel goede onderkleding. Niet alleen goed bij koude, maar ook bij hoge buitentemperaturen, omdat de gebruikte kunstvezels (meestal polypropyleen) het zweet van de huid weg transporteren. Vooral in de bergen kan de temperatuur namelijk nogal wisselen. Het is een stuk aangenamer als je motorpak in de zomer niet op je huid kleeft. Ook vormt het een glijlaagje tussen huid en voering van je pak (belangrijk bij een val).

    Fietscomputer
    Een heel zinvolle inrichting voor de vakantie is een fietscomputer, ook al zijn bijna alle motoren met een tachometer of kilometerteller uitgerust. Naast de tijd geeft deze namelijk ook o.a. informatie over de gemiddelde snelheid, actuele snelheid, de ritafstand, de rittijd, maximumsnelheid, de totaalafstand en de totaaltijd. Vanaf zo'n 25 euro koop je hem bij de fietsspeciaalzaak (Sigma, tot ruim 300 km). Voor het aanbrengen moet je wel een beetje creatief zijn (tie-raps). De bewegende sensor breng je aan op de remschijf.

    Buitenland
    Zorg ervoor dat je altijd op tijd tankt, je weet vaak niet wanneer het volgende tankstation zich aandient. Overnachten doe je het liefst in een hotel ergens in een buitenplaatsje in plaats van in de grote stad. De kans op diefstal is hier kleiner, er is meestal meer plek, het is gemoedelijker en meestal goedkoper. Vaak kun je ook nog wel wat van de prijs afdingen. Vraag of je je motor ergens binnen kunt stallen.

    Duitsland
    In Duitsland wordt bekeurd op open uitlaten zonder E-keurmerk.

    Italië
    Ga je naar Duitsland of Italië, zorg dan altijd dat je wat contant geld bij je hebt. Bij sommige tankstations kun je namelijk niet met je pinpas tanken. In Italië staat de informatie over het tanken vaak uitsluitend op de zuilen in het Italiaans afgedrukt en vaak kan men niet wisselen. Wie ooit met een lege tank aan zo'n tankstation heeft gestaan zal vast wel eens meegemaakt hebben dat men een briefje van vijftig of honderd euro niet kon wisselen. Als er dan ook nog eens niemand in de buurt is die kan wisselen, veroorzaakt dat een hoop ergernis.
    In Italië geldt een helmplicht. Dat houdt in dat elke motorrijder en duopassagier een volgens Europese ECE-normen goedgekeurde helm dient te dragen. Het keurmerk vind je op de kinband of de binnenvoering van de helm. Het bestaat uit een cirkel waarin de hoofdletter E staat. Achter de E staat een getal dat aangeeft in welk land de helm van een Europese ECE-goedkeuring is voorzien (4 staat voor Nederland.) Je motor kan zelfs uit het verkeer gehaald worden en dertig dagen in bewaring gesteld worden. Daarbovenop riskeer je een boete van 71 tot 286 euro.

    Zuid-Tirol, Dolomieten
    Wie begin augustus deze richting op gaat met de motor, moet er rekening houden dat alles wat maar een beetje rijden kan in deze periode vakantie heeft en deze richting op trekt. Wees dus op je hoede in het verkeer. Ook een kamer moet je vaak al vroeg geboekt hebben wil je hier nog terecht kunnen. Beter is het om wat eerder deze richting op te trekken of eventueel een tentje mee te nemen. Op een camping is altijd wel ergens een plekje te vinden.

    Oostenrijk
    In Oostenrijk is per motor een verbanddoos voorgeschreven. Bij standaardcontroles wordt meestal ook naar de verbanddoos voor motorrijders gevraagd. Op veel wegen is radarcontrole. Op de paar wegen waar doorgaans veel motorrijders rijden wordt vaak gecontroleerd. Een Autobahnvignet is op veel wegen niet verplicht. Wie de omgeving kent, weet vaak wel alternatieven voor de Autobahn, maar soms is dat echt lastig en geeft het bezit van een vignet je een rustig gevoel. Wegen worden namelijk soms slecht aangegeven, waardoor je zomaar weer op de Autobahn terechtkomt, of zo onduidelijk dat je denkt dat overal de vignetplicht geldt.
    Voor het rijden op de snelwegen (A-wegen) en verschillende autowegen (S-wegen) heeft men een Autobahnvignet nodig. Ook motorrijders dienen in het bezit te zijn van een Autobahnvignet. Naast het vignet moet voor passen en tunnels tol betaald worden.
    Veel bikers onderschatten de duur van de 'Wintersperren' op de passen. Op de Stilfser Joch bijvoorbeeld ligt in het voorjaar vaak nog één tot twee meter sneeuw op de weg. Zelfs in mei en juni kun je daar nog last van hebben, ook al is het stralend mooi weer.

    Groepsrijden
    Iedereen let bij het groepsrijden op degene achter hem -> als deze ontbreekt, blijven allen staan en wachten. Zo raak je elkaar niet kwijt en blijft de groep compleet. Tenminste, dat denk je. Deze regel is bij kleine kolonnen nog wel in praktijk te brengen. Maar ben je met meer dan twintig man, dan wordt het toch wel een probleem.
    Voorbeeld: de eersten rijden de berg omhoog, tien rijden erover en wachten na de beklimming op de overige tien. Iedereen aanwezig? Op naar de volgende beklimming. Zo raak je elkaar niet kwijt. Op het vlakke land: de laatste rijder blijft achter. De negentiende blijft daarop staan. De achttiende merkt dat, rijdt langzamer en blijft ook ergens staan. Als de eerste rijder dit merkt, is deze al zo'n 500 meter verder. Alle rijders hebben zich inmiddels gelijkmatig over een halve kilometer verdeeld en weten niet wat er aan de hand is...

    Een methode die zelfs met extreem grote kolonnes uitstekend functioneert: ieder let op degene achter hem -> als deze mist, rijdt de kolonne rustig verder, tot ze van het huidige rechte gedeelte afwijken, oftewel links of rechts afslaan. Alleen de laatste rijder (degene waarvan zijn opvolger verdwenen is) blijft als wegwijzer aan de betreffende bocht staan en wacht op de achterblijver. Alle anderen rijden gewoon zoals gepland verder. Bij de volgende afbuiging blijft dan weer alleen de laatste man/vrouw (heeft nu toch geen opvolger meer) als wegwijzer staan, enz.
    Door middel van deze methode kunnen de achterblijvers eenvoudig hun huidige rijrichting volgen tot ze op de 'wegwijzer' stuiten. Deze weet waarheen de kolonne afgebogen is en neemt de leiding tot de volgende 'wegwijzer'.
    Het voordeel hiervan is dat niet de gehele kolonne moet blijven staan, maar de aanvoerders blijven in beweging en de nakomers kunnen door het wegwijzerprincipe de kolonne snel weervinden en aansluiten.
    Allen hoeven minder te wachten en dat draagt in belangrijke mate bij aan het rijplezier. Dit principe werkt zelfs voor groepen van honderd man.

    Enkele regels:

  • Iedereen moet weten waar de tocht heen voert en waar gepauzeerd wordt
  • Er wordt niet naast elkaar gereden
  • Er wordt alleen op het vlakkeland in baksteenformatie gereden
  • Binnen de kolonne behoudt ieder z'n plek, wordt dus niet ingehaald
  • Bij kruisingen staan steeds twee motorrijders naast elkaar
  • Getankt wordt altijd door alle motoren, ongeacht hoeveel de eenling nog in z'n tank heeft
  • De groepsregels zijn bij eenieder zo goed bekend, dat daar eigenlijk niets meer over gezegd hoeft te worden..