Noodstop


De noodstop is voor de meeste motorrijders iets waar ze niet te veel over willen nadenken. Misschien geoefend tijdens de rijopleiding, maar daarna waarschijnlijk niet veel meer geoefend.


Het probleem is dat er bij de noodstop een aantal zaken zijn waaraan je moet denken en dat de tijd die je krijgt om een en ander goed uit te voeren uiterst kort is. Daarom is het heel belangrijk, dat je de noodstop regelmatig oefent. Als je namelijk iets regelmatig oefent, krijg je niet alleen vertrouwen in jezelf en in het remmend vermogen van je motor, maar maak je ook een redelijke kans, dat als je echt een keer een noodstop moet maken, dat je reflexen een deel van de werkzaamheden over nemen, waardoor je veel sneller reageert en dus je veiligheid verhoogt.


Bij de noodstop komen de volgende punten aan de orde:

  • Koppeling inknijpen
  • Kin omhoog en de horizon pakken
  • Voorrem aanzetten
  • Voorrem doorknijpen

De koppeling inknijpen doe je om de aandrijving te onderbreken. Hierdoor voorkom je dat behalve de motorfiets ook nog het motorblok moet afremmen en bovendien zorg je er voor dat het motorblok niet begint te bokken als je tot stilstand komt.


De kin omhoog is zeer belangrijk. Doe je het niet, dan heb je geen horizon en heb je geen referentie om je motorfiets rechtop te houden. Til je kin goed op, want als je gaat remmen duikt de motorfiets en voordat je het weet zit je dan weer naar de grond te kijken. En je weet het: Waar je naar toe kijkt, ga je naar toe. En naar de grond willen we zeker niet. Kin dus goed omhoog.


De voorrem aanzetten doe je om meer gewicht te krijgen op je voorband. De normale gewichtsverdeling voor is ongeveer 50% voor en 50% achter. Bij sportmotoren kan er iets meer gewicht op het voorwiel aanwezig zijn en bij choppers zit er over het algemeen wat meer gewicht op het achterwiel.


Om te zorgen dat je voorwiel niet doorslipt (dat leidt bijna altijd tot vallen als je de rem dan niet gauw los laat) knijp je de voorrem in een vloeiende beweging in. Hierdoor duikt de motorfiets in de voorvering en wordt het gewicht naar voren verplaatst. Hoe meer druk op het voorwiel, des te kleiner de kans dat je voorwiel doorslipt. Daar spelen natuurlijk nog een aantal factoren een rol bij, zoals het soort wegdek, de hardheid van je banden, temperatuur van het wegdek en niet te vergeten de weersomstandigheiden vooral in de vorm van regen.


Voorrem doorknijpen. Na het in een vloeiende beweging inknijpen van de voorrem moet je voorrem doorknijpen en vasthouden tot je stilstaat.


Over het wel of niet gebruiken van de achterrem zijn meningsverschillen. De meeste motorrijders hebben (geestelijk) hun handen vol om goed te remmen met de voorrem en komen aan de achterrem niet toe. Maar aan de andere kant is elk beetje remmend vermogen meegenomen. Als je de achterrem wilt gebruiken, dan gewoon je voet erop en vol in de remmen. Je achterwiel blokkeert gegarandeerd, maar dat is niet erg. Met de blik strak naar voren blijft het achterwiel keurig in het gareel en levert toch een beetje extra remkracht. Maar blijf je denkvermogen volledig gebruiken voor het juiste gebruik van de voorrem. Daar komt zo'n 90% van de remvertraging vandaan en die blijft het belangrijkste.


Er zijn motoren met gecombineerde remsystemen. Daar kun je niet kiezen. Rem je voor, dan remt achter automatisch mee en vise versa. Ook komen er steeds meer motoren met ABS. Een mooi hulpmiddel, maar ook niet meer dan dat. Oefenen op het remmen blijft noodzakelijk, met of zonder ABS.


Samenvattend, wat doe je wel:

  • Altijd je snelheid aanpassen aan de omstandigheden. Slecht zicht, nat wegdek en alle andere belemmerende zaken die je kunt verzinnen, de oplossing is in basis altijd het zelfde: Pas je snelheid aan
  • Afstand houden en jezelf de ruimte geven om uit te wijken en/of te remmen
  • Bij de noodstop je koppeling inknijpen
  • Kin omhoog en horizon nemen
  • Voorrem vloeiend aanzetten en daarna doorknijpen
  • Als je voorwiel toch zou blokkeren, voorrem loslaten en de opnieuw vloeiend aanzetten
  • De noodstop regelmatig oefenen. Je zoekt een mooie schone droge asfaltweg op, controleert of er niemand achter je rijdt, zet voor jezelf de punten van de noodstop nog eens op een rij en voert de noodstop uit. Beginnen met een rustige snelheid, vertrouwen opbouwen en als je vaak genoeg oefent, dan zul je merken, dat je steeds minder hoeft na te denken, en dat het remmen steeds meer vanzelf gaat.