Rijden met kinderen

 

Veel motorrijders en motorrijdsters hebben vaak naast hun hobby 'motorrijden' een tweede hartstocht: hun kinderen. Dezen nemen de hobby van hun ouders zeer serieus en willen graag onder alle omstandigheden daaraan deelnemen, het liefst zo vroeg mogelijk. Kinderen kunnen bovendien net zolang zeuren tot ze hun zin krijgen. Om door het gejengel geen constante strijd te hoeven voeren kiezen ouders vaak de makkelijkste weg. Maar in het geval van motorrijden is een compromis niet zo eenvoudig: ouders zijn onzeker of, wanneer en hoe hun kind op de motor meegenomen kan worden. In een vorig artikel hebben we het al gehad over het meenemen van kinderen op de motor. Een kind moet oud genoeg zijn om voldoende controle over zijn lichaam te kunnen bewaren als het op de motor zit, zijn lichaam moet voldoende ondersteund worden, het moet groot genoeg zijn om beschermende kleding te kunnen dragen en in staat zijn de basisregels te begrijpen die nodig zijn voor het rijden met een passagier. Beter is het een kind onder de twaalf jaar mee te nemen in het zijspan.

In Nederland is wettelijk niet veel geregeld aangaande het meenemen van kinderen op de motor, behalve een goed passende en sluitende helm. Dit is nog geen vrijbrief voor onbeperkt kindertransport. De wetgever gaat er kennelijk vanuit dat iedereen verstandig genoeg is om geen kind achter op een motorfiets of scooter te vervoeren. De politie adviseert kinderen alleen in een zijspan te vervoeren. Toch zien we nog veelvuldig dat kinderen wel achter op de motor vervoerd worden.

Individuele verschillen
Wettelijk is het dus de eigen verantwoordelijkheid van ouders of en hoe ze kinderen op de motor meenemen. Wil je per se je kind meenemen op de motor, dan zijn er speciale kinderzitjes verkrijgbaar, geschikt voor kinderen van 14-30 kg, die een hoge steun in de rug en aan de zijkant hebben en een stijgbeugel die ook kleine kinderen voldoende steun geven. Zijn kinderen groot genoeg, dat betekent dat hun benen lang genoeg zijn om stevig op de voetsteunen te staan en zich goed vast te houden, dan is deze niet meer nodig.
Wanneer het kind mentaal en fysiek echter nog niet zover is om zonder angst lekker als passagier achter op de motor te zitten: gewoon niet meenemen...

Gezondheid
De Nederlandse wetgeving laat dus in principe de verantwoordelijkheid over aan de ouders. Wil je als ouder een verstandige keus maken aangaande het meenemen van je kinderen op de motor, dan zul je toch zeker de gezondheidsaspecten van je kind mee moeten laten wegen in deze keus.

Anatomie
Kinderen zijn geen 'kleine volwassenen', die eenvoudigweg alleen nog maar groter worden. Skelet en spieropbouw verlopen in fases, en erg verschillend. In de eerste plaats moet je bij het motorrijden denken aan de hals- en nekspieren. Zijn die te zwak, dan vraag je om moeilijkheden. Dit kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de stand van het hoofd, zeker met het toegevoegde gewicht van de helm, afhankelijk van de bouw van het kind en de grootte van de belasting. En dan hebben we het nog niet eens over de impact van een ongeval... De hoofd-nek-ratio is dus groter bij kinderen. De nekspieren van kinderen zijn daarom niet zo sterk als die van volwassenen en de gewrichtsbanden kunnen verder uitrekken. Kinderen kunnen hun nekwervels verder buigen en hun wervelgewrichten zijn platter, zodat deze meer voorwaarts kunnen bewegen dan bij volwassenen.

Op kinderleeftijd is het hoofd overproportioneel groot, daarbovenop vergroot de motorhelm hoofdomvang en -gewicht aanzienlijk. Tot 1500 gram kan een exemplaar wegen dat als 'kinderhelm' in de handel aangeboden wordt!

Een alternatief voor een helm met kinband is een helm met een openslaand kingedeelte.

Conditie
Terwijl kinderen zich in het spel met leeftijdsgenootjes als ware conditiewondertjes met bijna onuitputtelijke prestatiereserves ontpoppen, kan het motorrijden bij hen toch tot snelle uitputting leiden. De eenzijdige zithouding is erg belastend voor de spieren en draagt bij tot vroegtijdige vermoeidheid en verkramping. Sommige kinderen zullen snel in slaap vallen. Houd ze dus goed in de gaten!
Het zicht naar voren is voor de kleine door de brede en hoge rug van degene voor hem vaak versperd, zodat hij zijn blik vaak naar links en rechts richten moet, wat op den duur tot onaangename verrekkingen kan leiden.

Daarom korte stukjes rijden met een hoge afwisselingsfactor van ten hoogste dertig minuten is de standaard. Van oudere kinderen met meer ervaring kan vaak meer gevergd worden. Belangrijk is dat kinderen ook hun blik vooruit kunnen richten. Deze blik naar voren is belangrijk voor een ontspannen en positieve rijervaring.

Tijd voor een pauze: is de kleine passagier moe, dan moet hij van de motor

Kleding
Normale kinderkleding of een voorhanden zijnde oude helm met drie bivakmutsen eronder - zo zou geen enkele motorrijder op zijn motor stappen. Daarom moeten ook de bijna volwassen bijrijders niet met kleding van de laatste winter op de motor of in een zijspan vervoerd worden. Ook niet voor een enkel zondagmiddagritje.
Een goede bedekking van hoofd tot voet moet ook voor de kleintjes gelden wanneer het om effectieve motorkleding gaat. Kledingfabrikanten bieden hoe langer hoe vaker complete kindercollecties aan met de kenmerken van de volwassenen, dat hoeft dus geen excuus te zijn. Slijtvaste bovenlaag, versterkte partijen aan schouder, ellebogen, knie en heup. Daarom is de uitrusting met protectoren vandaag de dag echt geen luxe meer. Ook handschoenen en laarzen heb je in bijna alle gangbare kindermaten. Dit is absoluut het gedeelte waar niet op bezuinigd mag worden.

Goed ingepakt: voor volwassenen vanzelfsprekend, dan mag de prijs zeker voor kinderen geen beletsel vormen

Helmplicht
Natuurlijk geldt ook voor kinderen de helmplicht. Bij kinderen is er vanzelfsprekend een nog veel grotere keus aan groottes, materialen, uitvoering en gewicht. Om kleine maten mogelijk te maken, zijn sommige helmen aan de binnenkant sterk gevoerd. Nadeel: de buitenschaal is in verhouding tot de hoofdomvang reusachtig, het dikke voering- en binnenmateriaal verslechtert het helmbinnenklimaat en het gewicht neemt verder toe. Dat betekent voor kinderen een verdere belasting van de halswervel, die door de optredende sterke centrifugaalkrachten verder versterkt wordt. Alternatieven zijn helmen waarbij de buitenschalen in verschillende grootten geproduceerd worden. Voordeel: de buitenschaal krijgt een kleinere omvang, voering en schuimstof krimpen tot een kleinere maat en het klimaat in de helm verbetert. Ook het materiaal van de buitenschaal beïnvloedt het gewicht van de helm. Let dus op zo mogelijk een laag gewicht van de helm om hoge belastingen voor de halswervels van het kind te voorkomen. Belangrijk criterium: de helm moet optimaal passen. Het materiaal doet niets af aan de beschermende eigenschappen die door de Europese norm ECE-22.05 omschreven zijn. Belangrijk is naast de veiligheid aan de buitenkant een goede ventilatie van de helm. Keus: jethelmen (links) scoren wat betreft draagcomfort, integraalhelmen wat betreft veiligheid.

Probeer bij de keus van een helm verschillende modellen uit tot de helm gevonden is die goed past. Hij moet strak op de kruin liggen, zonder te drukken. Het beste is de helm te lenen en gedurende een klein proefritje uit te testen. Je kunt je indenken dat kinderen zich niet prettig voelen in een krappe helm, ook omdat hierdoor hun zicht beperkt wordt.
Leg kinderen uit dat de helm kan beslaan en hoe het vizier werkt. Kinderen moet geleerd worden zelfstandig hun helm af te nemen en op te zetten, mede in het belang van hun eigen veiligheid. De beste garantie voor een zo groot mogelijke veiligheid van een helm is een optimale pasvorm; deze moet in de reclamebrochure ver boven andere vragen zoals design en kleur staan. Ouders moeten in de gaten houden dat bij het groeien van het kind ook de helm te klein kan worden.

Kinderen kunnen makkelijk 'op het droge' aan helm en kleding wennen. Laat ze thuis voor de eerste rit een poosje in hun kleren spelen. Vaak zijn ze trots om er net als mama of papa uit te zien en is dit geen probleem. Ze merken daardoor het verhoogde gewicht van hun 'speelkleren' en de volwassene kan antwoorden geven op allerlei vragen zoals: waarom beslaat het vizier? Hoe werkt de sluiting? Waarom moeten alle knopen en ritsen gesloten zijn?

De praktijk
Overhaast schaadt: neem de tijd wanneer je met je kroost op twee wielen onderweg bent. Dat geldt voor, gedurende en na het ritje.

Voor de rit
Gun je kleintjes alle tijd om hun motorkleding aan te trekken. Je mag gerust een keer helpen als er iets klemt, maar laat je kind zoveel mogelijk zelfstandig zijn zaken aantrekken. Zo krijgt hij zelfvertrouwen. Dat geldt in het bijzonder voor het op- en afzetten van de helm. Hebben ze zelf het besef hoe het werkt, dan zullen ze zich minder snel 'opgesloten' voelen in hun helm.
Leg uit hoe de rijdynamiek van een motor werkt. Leg uit wat er gebeurt bij afremmen, gassen en vooral bij het leunen in een bocht. De meeste kinderen zijn op dit gebied trouwens natuurtalenten die vanzelf de goede kant op in de bocht vallen - vooropgezet dat ze ontspannen zijn.

Laat je kind 'op het droge' ervaren hoe de hellingshoek aanvoelt, hoe en waar hij zich het beste kan vasthouden, aan de steun of aan papa of mama. Bochtjes nemen kan ook zonder motor, bijvoorbeeld op een smal bankje. Op de stilstaande motor kan het remmen en induiken van de motor gesimuleerd worden.

Proefritje op veilig terrein: voor de grote reis alvast wennen op de parkeerplaats

Omdat communicatie onderweg moeilijk is, spreek je van te voren bepaalde klopseintjes af voor als het kind wat wil zeggen. Daarbij zo mogelijk weinig seintjes gebruiken - kinderen kunnen zich bij lichamelijke inspanning niet zo goed concentreren. Het beste klopt je copiloot met de rechter- of linkerhand op jouw dij. Deze duidelijke tekentjes betekenen: stoppen alsjeblieft. Maak je kind duidelijk dat het bij het seinen minder grip heeft. Het beste is de seintjes van tevoren te oefenen.

Gedurende de rit
Voor je wegrijdt er goed op letten dat je bijrijder goed zit: voeten op de steunen of handen in de gleufjes van het kinderzitje. Grotere kinderen leggen hun handen op de heupen van de rijder of slaan hun armen om zijn middel. Ook kun je een Buddy Belt aanschaffen waar het kind zich aan vast kan houden. Zo zitten ze wat steviger bij remmen en gas geven.
De steun in de rug is erg belangrijk! Houdt het kind zich aan je gladde motorjack vast en schieten zijn handen los, dan is de kans groot dat het zonder voldoende steun in de rug van de motor valt. Met voldoende steun voelt het kind zich ook veiliger en zal het minder moeite hoeven te doen stabiel op de motor te blijven zitten, waardoor het niet zo snel uitgeput raakt.
Snoer je passagier nooit met een gordel vast, niet aan de machine, aan het zadel of aan je heupen, funest als je onderuitgaat!
Ook wanneer je zelf normaal gesproken flink het gas erop hebt, doe dat niet als je kinderen achterop zitten. Rijd constant, met een vooruitziende blik en defensief. Voor je kind is hoge snelheid niet nodig, want instinctief geniet je kind van de dingen waar het werkelijk om draait bij motorrijden: voelen ruiken, kijken, genieten. Dat lukt niet met te veel lichamelijke en geestelijke stress.

 

Na de rit
Is het ritje afgelopen, dan is het belangrijk dit door te spreken: hoe is het bevallen, waren er problemen? Daarmee geef je aan dat je je kind serieus neemt als volwaardige rijpartner. In het gesprek moeten natuurlijk ook de belevenissen tijdens de rit doorgesproken worden die bijzondere indrukken achtergelaten hebben en bijgedragen hebben aan het plezier van het motorrijden. Ook wanneer kinderen direct na de stop graag weer op de motor willen, gun ze eerst een kleine pauze om het beleefde in alle rust te kunnen verwerken.

Let op:
Denk eraan je kind te waarschuwen voor de hoge temperaturen van motor en gasinrichting na een rit, zodat hij/zij zich er niet per ongeluk aan brandt

Let op: In het buitenland geldt vaak een andere wetgeving voor het meenemen van kinderen op de motor. Kinderen in Duitsland bijvoorbeeld vallen onder de Kindersicherungspflicht. Op de motor dienen voetsteunen aangebracht te zijn waar het kind goed de voeten op zetten kan, een speciaal zitje en handvatten waar het kind zich goed aan vast kan houden. Stel je van tevoren goed op de hoogte.

 

Zijspan
Een zijspan is een goed alternatief voor motorrijd(st)ers die hun kinderen van kleins af aan mee willen nemen. Maar ook hier zitten haken en ogen aan.

Zitgelegenheid
Vast gemonteerde autokinderzitjes zijn voor kleine copiloten een goede keus. Maar: moet je ze insnoeren? Normaal geldt bij voertuigen zonder 'veiligheidskooi': in geval van een crash zo mogelijk zo ver mogelijk van de machine landen om extra letsel te vermijden. Dat werkt natuurlijk niet bij ingesnoerde passagiertjes. Een alternatief: een zijspan met rolbeugel, een hoge huif en veiligheidsgordel die de passagier veilig in het zitje houdt, zodat hij niet door het ruitje schiet.

Natuurlijk moet je kind ook in dit geval een helm dragen. De negatieve gevolgen zoals overmatige belasting van de halswervels door de sterke krachten die vrijkomen bij gasgeven en afremmen kan de piloot door een rustige stabiele rijstijl tegenwerken. Baby's en peuters kunnen absoluut niet tegen het gewicht van de helm en moet je gewoon nog niet meenemen in het zijspan. Laat je ze een fietshelm dragen, dan riskeer je niet alleen een bekeuring, maar ook de veiligheid van je kind.
Zorg voor gehoorbescherming omdat het best lawaaiig is in een zijspan.

Twee in één?
Ook als de relatie tussen kind en ouders nog zo innig is, hoort het kind in het zijspan absoluut niet op schoot. Het lichaamsgewicht van volwassenen kan bij plotselinge remmanoeuvres of verandering van richting het kind ernstig in gevaar brengen. Hetzelfde kan gebeuren wanneer grote en kleine passagiers alleen maar opeengedrukt in het zijspan passen. Daarom: alleen naast elkaar zitten als het zijspan groot genoeg is. Eenzitters mogen alleen door één persoon gebruikt worden, ook wanneer het kind erg klein is. De derde persoon hoort in dat geval achter op de motor.

Wat is verder belangrijk?
Naargelang de bouw van het zijspan kan het gebeuren dat er uitlaatgassen in het zijspan terechtkomen. Vooral bij zijspannen waarbij de uitlaatpijp aan de rechterkant tussen machine en zijspan loopt. Beter is het de uitlaat naar de linkerkant te verleggen. Om zeker te zijn dat zich in de zijspan geen uitlaatgassen ophopen, kun je de mogelijke belasting op laten meten bij bijvoorbeeld de motorwerkplaats.
Klagen je passagiers over hoofdpijn, misselijkheid, of worden ze onrustig, dan hoeft dat niet per se rookvergiftiging te zijn. De lage zitpositie, het schudden en het lawaai zijn niet voor alle kinderen een avontuurlijke belevenis, de trip in het zijspan duurt langer en kan tot tot dan toe onbekende belastingen voeren.

Neem ter harte
Kinderen hebben bij een ritje bij zomerse temperaturen met motorkleding voldoende drinken nodig. De belastingen op de motor of in zijspan zijn aanzienlijk groter dan bij een dagje aan het strand. Voor de tocht op de juiste voeding letten: lichte kost en veel fruit dragen bij aan het welbevinden van het kind. Bij elke pauze de waterhuishouding door thee of mineraalwater op peil brengen en voor de trek tussendoor doet een appel wonderen.

Niet ieder kind is geschikt voor op de motor. Accepteer het wanneer je kind jouw enthousiasme voor de motor niet deelt. Alleen al het dragen van de complete outfit kan bij sommige kinderen behoorlijke stress veroorzaken.
Raakt je kind pas tijdens het ritje in paniek, laat dan de motor staan en zoek naar alternatieven om je kind in ontspannen toestand weer thuis te krijgen. Daarom is het belangrijk om het eerste ritje niet te lang te maken. Een 'blokje om' van een paar kilometer helpt je kind aan de rijervaring te wennen.